Camino Catalan

Je kunt in Spanje gaan wonen, maar toch – in november klettert ook hier de regen tegen de ramen. Net op het moment dat ik overweeg een ticket naar de tropen te boeken krijg ik een appje van Luke uit Bristol. ‘Hey, I’m tempted to do a bike trip from Girona. Want to join?’. Een dergelijk scenario lees je vaak bij insta-waardige hipsters die een internationaal ‘#cyclinglife’ hebben – toch, ik greep deze kans.

Een paar dagen later – op zaterdag – stapt Luke ons huis in Girona binnen. Buiten giet het van de regen – de rivier in de stad staat inmiddels op historische hoogte. Luke deert het niet en heeft een plan. Eerder dat jaar heeft hij een Camino route gefietst vanaf Pamplona (heerlijke stad) en hij laat me zien dat je vrijwel vanaf iedere plek in Spanje een ‘Camino’ (pelgrimsroute) kunt starten.

De Camino Catalan

We zoomen in op de Camino Catalan die loopt vanaf de Middellandse Zee via Girona naar het westen en uiteindelijk Santiago de Compostela. Ik vind het een geweldig plan en we besluiten alvast twee routes te plannen. Een eerste etappe naar Vic en een tweede etappe naar Montserrat. Vanaf het klooster daar kun je de ‘Camino’ oppakken en de bekende Sint Jakobsschelpen volgen.

De racefiets is geen optie als we de pelgrimsroute willen volgen. We gaan off road ‘bikepacken’ met twee Bianchi Jab mountainbikes. Dan weet ik ook dat mijn motto ‘ik fiets alleen op droge wegen’ de prullenbak in kan.

Het is een heerlijk gevoel om met je fiets vanaf huis op pad te gaan – hier komt ie: het avontuur tegemoet. Het is een grijze maandag, maar de herfstkleuren zetten alles in een gouden gloed.

De eerste etappe finishen we in Vic. Een elegante plaats met een mooi centraal plein. Belangrijk in Vic en omstreken is de worst – en die koop je hier bij winkels die hun waren uitstallen in een showroom. Bien!

Op dinsdagochtend zitten we om half 9 op de fiets – uren maken voordat het slechter weer wordt. Het is paddenstoelentijd in Catalonië. Oude mannetjes crossen in bestelautootjes door de bossen en lopen vervolgens met een rieten mand hun neus achterna. De wegen in de bossen zijn rode modderglijbanen geworden waarop onze Bianchi’s bijna geen grip hebben.

Als we uiteindelijk voor een elektrisch hek staan gaat het ook nog regenen. Heerlijk. Eerder op de dag begonnen we met een prachtige klim vanuit Vic en werden we overvallen door ‘goed licht’. Nu, besluit Luke het hek te trotseren en de schelpen heilig te verklaren – je volgt wat je moet volgen. En ik volg hem.

Droomroute

Het is een dag van natte sokken, twee koffiestops en 93 km op de teller. Net voordat we besluiten ‘klaar te zijn’ met deze dag krijgen we een cadeautje. Het uitzicht op Montserrat en de geasfalteerde afdaling naar het plaatsje Monistrol de Montserrat. Wat een droom.

Dag 3 gaat af met een knal. Vanaf het hotel start direct de klim naar het klooster van Montserrat. Dichte mist als we vertrekken en beginnen aan de klim. We stijgen langzaam in een witte wereld. En dan, na een paar kilometer zien we een machtige rotswand voor ons opdoemen. Puntige rotsen omringd door witte wolken watten en diepblauwe lucht. We fietsen een wonder tegemoet.  

De klim naar Montserrat is het hoogtepunt van onze camino. De magnifieke klim en vervolgens het contrast op de top waar je wordt omringd door selfie-sticks en vlagvolgende Aziaten. Het is op dat moment dat ik Luke over ‘de Renner’ van Tim Krabbé vertel.

We gaan door, met fietsen, met genieten en met hartgrondig vloeken wanneer we vastgezogen in de modder verder ploegen. We passeren het stadje Cervera – geboortedorp van MotoGP coureur Marc Marquez. In een bar waar een museum en fanshop over Marquez is ingericht drinken we koffie.

In Tarrega bellen we aan bij een appartement. Ruim en niet duur – goed gevonden. Toch, er hangt een slechte geur van rook en wierook, de verwarming blijkt stuk en de gastheer komt onaangekondigd onze kamer binnen. Wanneer we terugkomen uit de stad is onze drogende wielerkleding weggehaald uit de kamer. Die zal na betaling van vijf euro worden gewassen. Juist. Uiteindelijk krijgen we de volgende dag onze kleding, die inmiddels naar sterke chorizo ruikt, terug van de man.

De vijf euro besluiten we aan ontbijt te besteden en Tarrega zo snel mogelijk te verlaten – op weg naar Lleida. We maken aardig vaart, want na Leida wacht de woestijn en dat vooruitzicht warmt ons niet op.

Op weg naar zee

Even voor twaalf uur bereiken we Lleida. Een van de oudste Catalaanse steden – gelegen aan het begin van een soort gezonken plateau. Bij de grote oude burcht die midden in de stad ligt rijden we tegen een bord aan – letterlijk. Het is een afbeelding van de Camino routes in deze streek.  

Een half uur later is alles anders en is de woestijn vergeten. Luke en ik gaan naar Tarragona – naar de zee. Het vooruitzicht van sardines, strand en een zonnige rustdag op zaterdag is niet te negeren. De leegte na Lleida, vlak land met tegenwind, is geen vooruitzicht om naar te verlangen.

Uiteindelijk fietsen we deze dag 110 km en finishen we uitgeput in het bergdorpje Rocallaura. Dat ligt hemelsbreed op 17 km van onze startplaats Tarrega. Daar kun je maar beter om lachen. In het dorpje vinden we een enorm hotel. Luxe in alles, maar spotgoedkoop. We eten in Rocallauracafe – een stuk sfeervoller dan het hotelrestaurant. Een meisje uit Zuid-Amerika blijkt het café te runnen nadat Barcelona te druk werd – ergens begrijp ik dat.

Een dag later druipen we compleet verzopen over de paden. Door de regen op zoek naar camino signalen. Met 70 kilometer is dit een korte dag en we zijn vroeg in Tarragona. Bij het hotel staat onze gastheer Xavier al in de deuropening. Wij ‘friends’ moeten maar snel binnenkomen. Tassen op een kleedje, fietsen bij de verwarming en ‘listen boys, you enjoy Tarragona – my beautiful city’. Hotel Pigal geeft in ieder geval een warm welkom. Sardines en paella in de haven maken het af – toch nog vakantie.

Zaterdag – exact een week na ons plan om de camino route te volgen. We cruisen op onze Bianchi’s door Tarragona. Wat een goede stad is dit. Niet te groot, aan zee, geen toeristen en met veel oude gebouwen in het centrum. Tarragona wordt alleen maar mooier als we ‘s avonds door het onrustige Barcelona slalommen. We hebben ‘s middags de trein genomen naar het vertrekpunt van onze laatste etappe.

De finale

Op zondag staan we om 07:30 op. We volgen een route van Cyclocat die een jaarlijkse toertocht voor MTB’ers organiseert tussen Girona en Barcelona. De route start aan de rand van Barcelona, maar voordat we daar zijn hebben we al 45 minuten gefietst.

Het wordt de langste dag van de week – en misschien ook wel de zwaarste. Het is mentaal een heel gevecht om de laatste kilometers van deze trip te voltooien. Luke trapt zich met een been Girona in.

Na ruim 115 km strompelen we ons huis binnen. We zijn moe, heel moe – na zes dagen verzet tegen wind, regen, modder en karrensporen. Het pelgrimsspoor zijn we na Lleida kwijtgeraakt en onze heilige route verdween langzaam naar de achtergrond. Wat overbleef was honger, dorst, vieze fietsen en toch.. een insta-waardig avontuur.

Filed under: Reisverslag