De start
Een weiland in Frans Baskenland – daar sta ik. Naast me ligt een fietser gekruld in de berm – stabiele zijligging. We luisteren naar de sirene van een ambulance die dichterbij komt.
Eerder die dag poseren tien fietsers lachend voor een groepsfoto. Ze vertrekken gezamenlijk voor de eerste rit van de Coast to Coast Pyreneeën 2018. In zes etappes rijden we van west naar oost, met op de route beroemde cols als de Aubisque, Tourmalet, Marie-Blanque en Peyresourde.
In Hendaye – onze startplaats – is het prachtig weer. Oh jongens, wat heb ik hier zin in. Als begeleider mee met een groep fietsers is ultiem – een week waar ik al het hele jaar naar uitkijk. Met mij zijn de wielrenners ook al het hele jaar bezig met deze tocht – als hoofddoel of als heerlijk einde van een volle fietszomer. Wat staat ons geluk in de weg?
Een paar uur later ziet de wereld er compleet anders uit. De sfeer is weg – als er twee fietsers samen crashen en een halfuur later ook een derde kermend naast zijn fiets ligt. Een scherpe bocht, smalle berm, prikkeldraad en kreten van pijn. Wat is dit?!
’s Avonds aan het diner bespreken we na. Een gebroken ruggenwervel voor Rob, een hoofdwond voor Stefan en een gekneusde rib voor Thijs. Is dit het grote avontuur waar we ons op hebben verheugd? Na een dag fietsen is het scherven rapen, wonden likken en voelen de gebeurtenissen als onwerkelijk.
Het vervolg
Op het moment dat er handdoeken roodkleuren van het bloed denk ik niet meer aan het voortzetten van deze tocht. Fietsen? Op deze manier? Dacht het niet.
En toch, als we ’s avonds bij elkaar zitten wordt er gepraat – over de val, de wonden, ‘de waarom-vraag’ en ook over de volgende etappe. Zouden we het anders willen?
De volgende dag starten we voor een tocht naar de Aubisque en de Soulor. Er wordt gelachen, het is stralend weer en Stefan stapt zelfs op zijn fiets – bloed en zweet druipen in banen vanonder zijn helm. De tegenstelling: Rob wordt die dag in Bayonne geopereerd aan zijn rug. Niek, vriend en fietsmaat, blijft als steun bij hem.
Na de tweede dag ontstaat er een ritme – we gaan van etappe naar etappe. Niek keert terug vanuit Bayonne voor de derde rit – met de Tourmalet, Hourquette en Peyresourde de absolute koninginnenrit.
Het ongeluk op de eerste dag legt uiteindelijk geen zwarte sluier over deze week. We vergeten het niet en worden er iedere dag mee geconfronteerd. Toch, na deze malheur is het groepsgevoel alleen maar sterker. Er wordt gevloekt, geklaagd over pijnlijke benen – maar iedereen zet door. Peter, een oersterke schaatser met een lichaam dat tegensputtert, probeert het iedere dag weer en fietst de laatste twee dagen vol mee. Opgeven? Daar doen we niet aan.
Zwart of rood
Iedere dag is er voor iedereen de keuze tussen een lange of korte route – zwart of rood. Meer of minder – kilometers en hoogtemeters. Het zorgt er voor dat elke fietser kan blijven fietsen en op de stops de groep weer bij elkaar komt. Even uitpuffen in het gras, koffie erbij, een broodje en met verse voorraad weer door.
We lachen ons door de week heen. Kijken naar de kopmannen Johan en Stefan die iedere klim ‘rustig’ oprijden. Niek die geen angst voor de zwarte route kent en bij twijfel toch maar de langste optie kiest. En we klappen onze handen stuk voor Helen, onze Schotse heldin, die iedereen op elke top eerst uitgebreid bedankt voordat ze zelf de bloemen in ontvangst neemt.
Onze groep Zaanse mannen hebben altijd lol. Bij Nanno knalt de energie uit zijn oren, Jan horen lachen is zelf lachen en Frank brommert iedere helling als een sfinx omhoog. Zijn rust en kennis als arts helpen ons ook door de heftige eerste dag heen – wat een geluk dat hij daar was.
Thijs kucht en kreunt wat vaak na zijn eerdere zweefduik, maar fietst gewoon door – IronMan finishers weten waarom. En datzelfde geldt voor Peter – als je marathons op het ijs hebt overleefd is het soms even slikken dat het lichaam niet altijd over de bergen heen wilt. Maar de aanhouder wint!
In de volgauto
Als begeleider is de bevoorrading een puzzel op zich. Twee of drie keer stoppen is goed en soms ook noodzakelijk bij een zware tocht als deze. Toch, het is rekenwerk om overal op tijd te zijn en iedereen goed te kunnen bevoorraden als de snelheid van de fietsers verschilt. Dankzij de hulp van Jelte (die vanwege een blessure niet zelf kan fietsen) rollen we ook over deze obstakels heen. Als een prima-de-luxe duizend-dingen-doekje zorgt hij voor foto’s, helpt met bevoorraden van de stops en zorgt met zijn enthousiasme altijd voor sfeer!
Als we na zes etappes de laatste meters afleggen naar Cerbere ben ik zo blij om de zee te zien. We zijn met elkaar dit avontuur aangegaan en hebben het na een catastrofaal begin ook samen tot een einde gebracht. Als we op het strand staan gaat er champagne rond en wordt er geklonken op deze memorabele week.
Hoe goed je een week ook wilt voorbereiden – tegenslagen krijg je ook te verwerken. De nachtmerrie van iedere organisator zijn crashes en overwachte tegenslagen. Toch, ondanks een bizarre start kun je met een groep iets moois bereiken – samen. Iedereen bedankt voor deze prachtige week!